Daar staan ze dan. Normaal gesproken zijn ze vrolijk en enthousiast. Als ze praten stralen hun ogen en hun gezichten spreken boekdelen. Het zijn blije en gelukkige kinderen.
Maar nu, die nieuwe situatie. Een belangrijke toets op school, nieuwe mensen leren kennen, in hun eentje een kamer vol onbekenden binnenstappen of misschien wel de eerste zwemles. Alles wat ze nooit eerder hebben meegemaakt, geeft hen een naar gevoel. Ze kennen deze situatie niet en ze voelen zich ongemakkelijk, zelfs een beetje bang. Ze zijn gespannen, dat is te zien aan hun gezichtsuitdrukking en aan hun schouders. Soms hebben ze zelfs buikpijn of moeten ze huilen.
Bij elke nieuwe situatie lijkt het voor hen alsof ze beoordeeld worden. Dit geeft hen dat angstige gevoel en ze weten niet zo goed waar dit vandaan komt en hoe ze het kwijt kunnen raken. Elke keer weer ervaren zij deze angst en het maakt hen onzeker. Het liefst gaan ze alle nieuwe situaties uit de weg.
Gelukkig helpen hun ouders hen bij deze situatie. Zij zien dat zij zich niet prettig voelen en steunen hen zo goed mogelijk, waardoor zij doorzetten. Ze ervaren dat je met doorzetten successen behaalt en dat sommige situaties niet eens zo eng waren, als ze van tevoren dachten.
Maar waarom staan ze hier nu weer? Ze zijn weer bang, voor iets nieuws en weer hebben ze die buikpijn.
Er wordt gezegd dat deze kinderen faalangst hebben en dat dat dit gevoel veroorzaakt.
Hiermee is er een etiket geplakt op de situatie en is daarmee de kous af. Maar wat nu? Dat je nu erkenning hebt voor je probleem en dat het een naam heeft, lost het probleem niet op.
Ik zie bij deze kinderen niet alleen de faalangst. Ik zie in hen een bikkel in de dop. Ze kunnen de situatie echt wel aan, alleen ze zitten, net als een schildpad, nog lekker verstopt in hun eigen veilige schild.
Samen met deze kinderen, ga ik op onderzoek uit, hoe zij uit hun veilige schild durven kruipen om de spannende situaties aan te gaan, zonder de ongezonde spanning, die ze tot nu toe ervaarden.
Samen met het faalangstige kind ga ik onderzoeken waar dat nare gevoel vandaan komt. Het kind gaat ontdekken hoe het ontstaat, hoe je je dan precies voelt en of je kunt aanvoelen wanneer dit gevoel de kop op steekt. Vervolgens laat ik het kind onderzoeken of dit gevoel wel terecht is, of dat hun eigen gedachten hen voor de gek houdt.
Door eigen gedachten eens uit te dagen, gaan wij hun angsten te lijf. We doen dit stapje voor stapje en het kind zal ervaren dat het langzaam zijn schild uit durft te komen.
Als een kind dit voldoende oefent, zullen bepaalde situaties eerder herkend worden. Het faalangstige kind heeft nu de handvatten om met deze situaties om te gaan en hierdoor wordt minder stress ervaren.
De schouders kunnen weer ontspannen, de gezichtsuitdrukking is weer stralend en met opgeheven hoofd zal de situatie als echte bikkel aangepakt worden. Het schild wordt lekker meegedragen op de rug, het hoeft niet achtergelaten te worden, maar het hoeft alleen nog maar ingezet te worden als het echt nodig is.
Heeft u ook zo’n bikkel in de dop en wilt u ook dat hij of zij wat meer uit zijn schild kruipt?
Ik help graag.
Geef een reactie
Je moet ingelogd zijn om een reactie te geven.